Duurzame vliegtuigbrandstof krijgt vaste grond onder Europese vleugels
November 17, 2025
Europa zet grote stappen om vliegen minder afhankelijk te maken van fossiele brandstoffen. Nieuwe regels verplichten luchtvaartmaatschappijen vanaf volgend jaar tot het bijmengen van duurzame brandstoffen, terwijl investeerders en luchthavens zoeken naar manieren om de productie op te schalen.
De Europese Unie heeft een duidelijk doel gesteld: vanaf 2025 moet een klein maar groeiend deel van elke tankvulling bestaan uit duurzame vliegtuigbrandstof. Dat lijkt een bescheiden begin, maar het legt een stevig fundament onder de ambitie om de luchtvaart tegen 2050 klimaatneutraal te maken. De uitvoering ligt bij producenten, energiebedrijven en luchthavens die moeten zorgen dat er voldoende aanbod komt. Dat gaat nog niet vanzelf, want de productiecapaciteit is versnipperd en projecten vergen hoge investeringen.
In Nederland, Duitsland en Frankrijk verrijzen de komende jaren fabrieken die biobrandstoffen en synthetische kerosine produceren uit hernieuwbare grondstoffen of hergebruikte CO₂. België profiteert indirect van die nabijheid: maatschappijen die vanaf Brussels Airport vliegen, kunnen makkelijker toegang krijgen tot Europese voorraden. Dat is relevant voor luchtvaartmaatschappijen met een duurzaamheidsstrategie, maar ook voor reizigers die bewuster willen kiezen. De overgang naar SAF gebeurt in de praktijk geleidelijk, zonder merkbare veranderingen voor passagiers.
Toch is de omslag ingrijpend achter de schermen. De brandstof vraagt aangepaste logistiek, certificering en controle op herkomst. Ook de prijs ligt voorlopig hoger dan die van conventionele kerosine. Daardoor rekenen maatschappijen soms toeslagen door of kiezen ze ervoor hun groei af te remmen om de kosten te beheersen. Voor luchthavens biedt het nieuwe kansen: wie als eerste grootschalige bijmengfaciliteiten heeft, kan zich profileren als duurzame hub binnen Europa.
De stilgelegde bouw van een grote fabriek in Rotterdam laat zien dat het pad niet zonder obstakels is. Tekorten aan grondstoffen en onzekerheid over rendement maken investeerders voorzichtig. Toch groeit het vertrouwen dat de productie de komende jaren versneld toeneemt nu de regelgeving vaststaat.